[ { "uid": "link_contact", "linkName": "Contact", "url": "/be-nl/contact", "target": "_self", "classAttributes": "phone" } ] [{"term":"221","id":0,"type":"QUICKLINKS"},{"term":"Applicatievoorbeelden","id":1,"type":"QUICKLINKS"},{"term":"Libraries_BA","id":2,"type":"QUICKLINKS"},{"term":"WAGO-I/O-PRO","id":3,"type":"QUICKLINKS"},{"term":"Gebouw","id":4,"type":"QUICKLINKS"}]

Handleiding 21 januari 2022
Basisbeginselen van de gebouwautomatisering

Gebouwtechniek maakt deel uit van ons dagelijks leven, ook al is dit niet zichtbaar. Het gaat schuil achter iedere muur of venster. Meestal merken wij er helemaal niets van of dat zou toch moeten. Het is immers de bedoeling dat alle componenten en oplossingen storingsvrij werken.

Voor een correcte en storingsvrije werking van ieder gebouw is daarom een gedegen vakkennis vereist. Een elektricien voor gebouwtechniek verwerft deze kennis tijdens zijn opleiding, terwijl de systeemintegrator voor gebouwtechniek en de facility-manager hun kennis gewoonlijk opdoen tijdens hun studie. Praktische ervaring is echter ook hier van doorslaggevend belang.

Alles in een oogopslag

  • Open systemen voor toekomstbestendige en uitbreidbare gebouwautomatisering
  • Onafhankelijk van de fabrikant
  • Diverse veldbusprotocollen voor verschillende toepassingen
  • Sensorgebaseerde veldapparatuur
  • Voor- en nadelen van de centrale of decentrale installatie

Het overzicht in de automatisering kwijt? – Wij scheppen duidelijkheid

Een goede basiskennis is essentieel om de oplossingen die op de markt verkrijgbaar zijn te beoordelen en voor ieder gebouw de juiste automatiseringsaanpak te kiezen.

De juiste keuze maken

Bij de keuze van de techniek, zowel voor nieuwbouwprojecten als voor renovaties, is het belangrijk inzicht te verwerven in de voor- en nadelen van open en gesloten systemen en bewust voor de ene of de andere mogelijkheid te kiezen. Aangezien gedurende de totale levensduur van een gebouw een zo hoog mogelijke mate van flexibiliteit vereist is, moeten planners niet alleen rekening houden met de actuele situatie maar ook met het feit dat er in de toekomst andere gebruiksbehoeften kunnen ontstaan. Daarom moet worden gekozen voor componenten die ook in de toekomst eenvoudig geleverd kunnen worden en tegelijkertijd voldoen aan gevestigde en open technologische standaarden.

Open vs. gesloten systemen

Een open systeem wordt gekenmerkt door het feit dat het door veel fabrikanten ondersteund wordt, die gemeenschappelijk aan een standaard willen voldoen. Daardoor zijn de componenten „interoperable“ en kunnen ze met elkaar communiceren. Hoe meer fabrikanten deelnemen aan een open standaard, hoe groter de waarschijnlijkheid dat een ruime keuze aan producten op de markt verkrijgbaar is. Op die manier bent u ook nooit gebonden aan de technologie van een bepaalde fabrikant. Het modulaire karakter van open systemen staat garant voor een goedkope en veel eenvoudigere aanpassing en uitbreiding bij veranderende omstandigheden.

Een gesloten systeem daarentegen is fabrikantspecifiek. Het wordt gekenmerkt door het feit dat er minder apparaten met elkaar kunnen gecombineerd worden, aangezien de betreffende fabrikanten slechts aan een beperkt aantal deelnemers toegang verleent. Het gebruik van eigendomssystemen impliceert dat de gebruiker afhankelijk is van de fabrikant in het kader van de inbedrijfstelling, het onderhoud en de uitbreiding van het systeem. Wanneer de gebruikte producten niet langer verkrijgbaar zijn op de markt, bestaan er slechts zelden alternatieven.

Veldbusprotocollen

Voor de uitwisseling van gegevens op het automatiseringsniveau wordt een groot aantal veldbussystemen gebruikt. Het bussysteem bepaalt volgens welke communicatienorm en via welk overdrachtsmedium controllers en veldapparaten met elkaar communiceren. Algemene voordelen van de busbekabeling tegenover een conventionele installatie zijn de verlaging van de brandbelasting en de verlaging van de installatiekosten, aangezien er minder kabels moeten worden gelegd.

Veldapparaten: sensoren en actuatoren

Geen enkel automatiseringssysteem kan zonder sensoren functioneren. Sensoren zijn de onderdelen die belangrijke statusinformatie registreren, omzetten in elektrische signalen en doorsturen. Er worden ofwel analoge waarden geregistreerd, zoals bijvoorbeeld kamertemperatuur, luchtvochtigheid, helderheid of weersinformatie, ofwel binaire informatie, zoals schakelposities of impulsen van schakelaars. Bij het ontwerp van de automatische besturing of regeling van gebouwfuncties moet nauwkeurig worden bepaald door welke factoren de automatische besturing beïnvloed moet worden, waaruit dan de vereiste sensoren voor het latere gebruik kunnen worden afgeleid.

Actuatoren ontvangen de datatelegrammen en zetten deze om in acties zoals schakel- en dimcommando's voor verlichtingsarmaturen, besturingscommando's voor rolluiken, luifels, etc. of instelcommando's voor radiatorkranen. Wanneer de temperatuur bijvoorbeeld te laag is, wordt de radiatorkraan geopend om de ruimte te verwarmen. Typische actuatoren zijn bijvoorbeeld ventielen, stelmotoren of leddrivers.
lp_gebaeudetechnik_sensoren_aktoren_2000x1500.jpg

Installatietypes – centraal of decentraal

Voor een groot geautomatiseerd gebouw zijn er een heleboel schakel- en besturingsapparaten nodig. Ze worden geïnstalleerd in de schakelkast of het systeemplafond en moeten aan elkaar gekoppeld worden. Daarnaast is het belangrijk dat de verdeling van de componenten goed gepland wordt. Een belangrijke vraag hierbij is: kiezen we voor een centrale of een decentrale installatie?

Centraal betekent dat alle componenten op één plaats worden ondergebracht, in de meeste gevallen in de schakelkast. Van daaruit vertrekt de bekabeling naar de verschillende ruimten. Voordelen:

  • Een centrale installatie is gebruiksvriendelijk, aangezien onderhoud en vervanging van apparaten eenvoudig kunnen uitgevoerd worden.
  • Bovendien wordt de brandbelasting verlaagd door de centrale installatie.

Bij een decentrale installatie worden de besturingscomponenten over meerdere vertrekken verspreid, bijvoorbeeld verdieping na verdieping of zelfs ruimte na ruimte.

  • Het voordeel daarvan is dat er heel wat minder bedradingswerk moet worden verricht, waardoor de installatiekosten kunnen worden gedrukt.
  • Er moet echter rekening mee gehouden worden dat de componenten in plafonds en inbouwdozen verborgen zitten en daardoor minder gemakkelijk kunnen vervangen worden.

Uw contactpersoon bij WAGO

Technische ondersteuning

unternehmen_technischer_support_gettyimages-519425930_2000x2000

Nuttige links

Aanbevelingen om verder te lezen

Meer uit het bereik gebouwtechniek

Handleiding

Opbouw van een BACnet-besturing

systemgrafik-hlk-aufbau-einer-bacnet-steuerung_2000x1125.jpg
Handleiding

Verlichting met meerdere DALI-I/O-modules

systemgrafik-beleuchtung_2000x1125.jpg
Interview

Lichtplanning: „Het juiste licht op het juiste ogenblik"

Referentie

Daglichtsimulatie met de nieuwe DALI-Color

building_referenz_ouh-dali-color-klinik_2000x1500.jpg

WAGO in het gebouw

Toepassingen voor de gebouwinstallatie en -automatisering

Of u nu de verlichtingsinstallatie en -automatisering in uw kantoorgebouw plant, een verwarmings-, airconditioning- en ventilatiesysteem wilt ombouwen of zich principieel voor het onderwerp ruimteautomatisering interesseert: WAGO helpt u om uw vereisten in het gebouw te implementeren.

Gebouwtechniek

Gebruik onze professionele groepstoegang voor directe toegang tot de voor u relevante informatie op het gebied van gebouwtechniek.

BUILDING_2000x1125.jpg