Fabrikanten kunnen ook hiervan afwijkende temperaturen opgeven.
Dit zijn dan in principe eveneens continue bedrijfstemperaturen. Als men hiervan ook de maximale opwarming van 45 K aftrekt, bekomt men de maximaal toegelaten omgevingstemperatuur.
WAGO maakt precies van deze mogelijkheid gebruik. Tenzij anders vermeld, geldt voor WAGO-installatieklemmen een maximale continue bedrijfstemperatuur van 105 °C. Na aftrek van de maximale opwarming van 45 K resteert nog een toegelaten maximale omgevingstemperatuur van 60 °C. Zodoende zijn WAGO-installatieklemmen in principe toegelaten voor hogere temperaturen, en overtreffen ze de normatieve eisen.
Goedkeuring voor hogere omgevingstemperatuur mogelijk
DIN EN 60998 biedt verder de mogelijkheid om klemmen voor hogere omgevingstemperaturen goed te keuren. Dit gebeurt doordat de fabrikanten constructieve maatregelen aan de klem treffen, bijvoorbeeld door meer of kwalitatief betere materialen te gebruiken en er zo voor te zorgen dat de klemopwarming tot een minimum wordt beperkt. Aansluitklemmen die goedgekeurd zijn voor een continue bedrijfstemperatuur van meer dan 85 °C, worden in het certificaat conform EN 60998 voorzien van een T-aanduiding, b.v. T55. Deze T-markering bestaat uit de voorafgaande T gevolgd door een getal dat de maximale omgevingstemperatuur voor deze klem aangeeft.
Maximale omgevingstemperatuur:
- Maximale temperatuur in °C van de omgevingslucht waarin de klem kan worden gebruikt. De maximale omgevingstemperatuur komt ook overeen met de normatieve T-markering (bijv. T85).
Maximale opwarming:
- Maximaal toelaatbare temperatuurstijging in Kelvin bij ongunstigste elektrische belasting.
- Dit wordt veroorzaakt door de elektrische stroom in de klem. De maximale opwarming bij verbindingsklemmen die conform EN 60998 zijn goedgekeurd, is normatief tot 45 K (komt overeen met een temperatuurstijging van 45 °C) beperkt. De klemmenfabrikanten hanteren deze maximaal toegelaten opwarming principieel bij het ontwerpen van hun klemmen om het materiaal dat voor de geleidende klemmencomponenten wordt gebruikt binnen de economische perken te houden.
Maximale continue gebruikstemperatuur
- De maximale temperatuur in °C die de klem bij continu gebruik mag bereiken.
- Dit is de som van de maximaal toegelaten omgevingstemperatuur en de maximaal toegelaten opwarming.
Bij klemmen die als dusdanig zijn gemarkeerd, is het berekenen van de toegelaten omgevingstemperatuur niet nodig. Deze wordt hier direct als getalwaarde gegeven. De nieuwe COMPACT-verbindingsklem is door zijn aanzienlijk geringere opwarming als normatief toegelaten en is voor alle geleidersoorten van de serie 221 voorzien van de markering T85. Zo kan de klem worden gebruikt bij omgevingstemperaturen tot 85 °C.
Sommige WAGO-installatieklemmen zijn ontworpen voor speciale toepassingen. Daarom hebben ze vaak specifieke maximale temperatuurbereiken, die meestal duidelijk hoger liggen dan de normatieve eisen voorschrijven. De temperaturen van de WAGO-installatieklemmen zijn in de tabel samengevat.