Met behulp van de Telecontrol worden afgelegen objecten op afstand bewaakt en aangestuurd. Door het omzetten van signalen kunnen procesgegevens van één of van meerdere locaties overgedragen en ontvangen worden.
In de jaren vijftig werd dit nog gewoon door mensen verricht. Schakelcommando's in de energietechniek werden bijvoorbeeld telefonisch doorgegeven en het personeel in een transformatorstation moest noodzakelijke schakelingen vervolgens handmatig uitvoeren. De uitgevoerde schakelingen werden daarna nogmaals telefonisch bevestigd. Tegenwoordig is het normaal dat deze gegevens in een substation (bijv. een PLC) verzameld en omgezet worden, en daarna via verschillende overdrachtsmedia (mobiel, draadloos of kabelgebonden) aan het centrale station of aan het beheersysteem overgedragen worden.
Voor de overdracht van deze soms gevoelige gegevens worden verschillende protocollen gebruikt. De protocollen IEC 60870-5-101, -103 en -104, IEC 61850 en DNP 3.0 zijn tegenwoordig standaard in de voorzieningstechniek.
De eisen aan de systemen zijn hoog. Naast een robuuste constructie spelen de waarschijnlijkheid van een uitval en bijzondere maatregelen met betrekking tot de veiligheid en de gegevensbescherming een belangrijke rol.