Tijdens de planningsfase is het vaak nog niet duidelijk of de installatie stekkerbaar of conventioneel uitgevoerd zal worden. Om deze reden worden de verlichtingsarmaturen vaak gepland met de universele Linect®-interface. De Linect®-interface van het verlichtingsarmatuur kan worden ontworpen met conventionele bedrading of de plugbare variant. Op dit punt wordt de versie met de plug-in Linect®-T-connector weergegeven.
De voeding van de netspanning en de DALI-bus vindt conventioneel plaats door middel van op de werf geplaatste installatiekabels (1 + 2). Dit kan afzonderlijk in twee gescheiden kabels worden gedaan of gecombineerd in een 5-polige installatiekabel. De aansluiting van de 5-polige WINSTA®-connector en de trekontlastingsbehuizing (3) wordt ter plekke gerealiseerd. Linect®-T-connectoren (4) en geconfectioneerde verbindingskabels (5) worden gebruikt om de netspanning en DALI te verdelen. De DALI-verlichtingsarmaturen (8) zijn ontworpen met 5-polige DALI-Linect®- interfaces. De Linect®-T-connectoren (4) worden op de DALI-verlichtingsarmaturen (8) geklikt. De DALI-sensoren (9) krijgen de voedingsspanning in dit voorbeeld via de DALI-bekabeling. De 2-draads sensor-aansluitkabel (7) is aan het ene uiteinde voorzien van een 5-polige stekker die op de T-verdeler (6) is aangesloten. De sensor (9) wordt met het open uiteinde van de aansluitkabel (7) on-site aangesloten.
3. 770-505 en 770-1105
4. 770-7105
5. 771-9985/007-x01 (x= kabellengte in meter)
6. 770-620
7. 771-5001/165-000
8. DALI-verlichtingsarmaturen met Linect®-lichtaansluiting
9. DALI-sensor
WAGO in de praktijk
Overige handleidingen voor het WINSTA®-connectorsysteem
Aanbevelingen om verder te lezen