De uniforme visualisatie is een belangrijk kenmerk van MTP. Het ontwerp van de mens-machine-interface kostte de NAMUR-werkgroep tijdens de definitie van gemeenschappelijke normen enorm veel tijd. "De machines die worden gebruikt in de procestechniek, zijn meestal gebouwd voor de bediening op locatie en zijn uitgerust met een eigen besturing en een klein display", aldus Tauchnitz. Aangezien installaties voor de procestechniek echter worden aangestuurd vanuit een centrale besturingscentrale, kan het niet de bedoeling zijn om afzonderlijke processen ter plaatse aan te sturen en te bewaken. De vraag rijst dan ook hoe machines van verschillende fabrikanten naadloos in het centrale SCADA-systeem geïntegreerd kunnen worden en hoe de begroting voor de tijdsintensieve programmering gepland moet worden.
"De besturing van de module moet duidelijk geïnstrueerd worden welke waarden geëxporteerd dienen te worden, en het besturingssysteem wederom moet geïnstrueerd worden welke gegevens geïmporteerd dienen te worden. Vervolgens is het de beurt aan de programmeurs om de benodigde gegevensoverdracht te realiseren", aldus Tauchnitz. Als wijzigingen worden aangebracht, moet ook de programmering aan beide kanten worden aangepast. "Dat is natuurlijk enorm inefficiënt, aangezien dit werk voor elke nieuwe combinatie keer op keer moet worden uitgevoerd."
Hoeveel extra moeite dit kost, wordt duidelijk bij de visualisatie. In plaats van de gegevens van de gebruikersinterface van een systeemmodule te gebruiken voor de centrale visualisatie, moet het beeld ter plaatse in het SCADA-systeem opnieuw geprogrammeerd worden. MTP daarentegen informeert het centrale systeem welke bedieningselementen op welke positie op het scherm weergegeven moeten worden. "In het midden staat dan bijvoorbeeld een ketel en de temperatuur wordt rechtsboven weergegeven", licht Tauchnitz toe. Hoe de visualisatie er uiteindelijk uitziet, wordt door het centrale systeem vastgelegd. Het MTP biedt op zijn beurt het raamwerk voor de weer te geven procesmodule.